Voorkomen van pesten op school
De school moet een veilige plek zijn, waar alle leerlingen dagelijks met plezier naar toe gaan. In alle groepen werken wij elke week met ‘Leefstijl’, een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling.
Door sociaal-emotioneel onderwijs hoge prioriteit te geven op onze school, maken wij onze leerlingen o.a. bewust van de gevolgen van pestgedrag en het uitsluiten van kinderen. Pesten wordt niet getolereerd op school. Indien er signalen van pestgedrag zijn, nemen we dit zeer serieus en pakken we dit zo vroeg mogelijk aan. Hierbij volgen we de stappen zoals beschreven in ons pestprotocol. Het pestprotocol heeft als doel de aanpak van beginnend pestgedrag, vroegtijdig en op een eenduidige, efficiënte manier aan te pakken.
Bij de aanpak van pestgedrag op school richten we ons niet alleen op de pestende leerling, maar ook op de zwijgende middengroep of op kinderen die de pester mogelijk aanmoedigen. Een pestprotocol alleen is niet voldoende. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen in de klas en leerlingen bewust te maken van de gevolgen van pesten. Zo proberen we eventuele problemen voor te zijn en dus preventief te werken.
In de maanden oktober en april van ieder schooljaar meten wij het sociaal-emotionele welbevinden van alle leerlingen met behulp van een vragenlijst. In de groepen 1 t/m 4 vult de leerkracht een observatielijst in van elk kind. Vanaf groep 5 vullen de kinderen ook zelf een vragenlijst in. De halfjaarlijkse meting helpt ons de veiligheid en het welbevinden van onze leerlingen goed te blijven volgen en de juiste maatregelen te treffen als uit de meting blijkt dat dit nodig is.
Leerkrachten houden ook individuele kindgesprekken die vaak nuttige informatie opleveren. Vervolgens analyseren we de uitkomsten met behulp van een computerprogramma. Indien er opvallende of zorgelijke signalen naar voren komen worden deze met ouders en het kind besproken en kijken we samen naar oplossingen en eventueel noodzakelijke interventies op groepsniveau.