protocol verlengde kleuterperiode
De overgang van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3
Het valt onder het beleid van de school te bepalen welke leerlingen overgaan van groep 2 naar 3. De overgang van een leerling heeft tegenwoordig niets te maken met de leeftijd, maar wel met de ontwikkeling die de leerling heeft doorgemaakt. De school zal met name kijken naar de werkhouding, inclusief de cognitieve ontwikkeling. Het oordeel is gebaseerd op observaties, toetsen, een gesprek met de intern begeleider (IB-er) en de concentratie spanningsboog. De mogelijke toetsen vallen onder het beleid van de school.
Iedere school heeft een leerlingvolgsysteem voor alle leerlingen van de basisschool of te wel voor de groepen 1 t/m 8. Dit systeem omvat een totaal van toetsen en observatielijsten. Dit zorgt voor een zo objectief mogelijke weerslag. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de bevindingen van de groepsleerkrachten. De diverse gegevens worden vastgelegd in het dossier van een kind.
Omgaan met verschillen
De wet op het primair onderwijs schrijft voor dat een school rekening moet houden met individuele verschillen, er moet sprake zijn van een doorgaande ontwikkeling.
Kinderen die (nog) niet op niveau zijn
Aan het eind van groep 1
Als het kind eind groep 1 op één of meerdere van onderstaande 5 punten aanleiding geeft kán de beslissing genomen worden dat het kind een verlengde kleuterperiode in groep 1 krijgt.
● Bij de Cito-toetsen onvoldoende score (D of E)
● Bij de Pravoo peilpuntenlijst vaak onvoldoende scores
● Als de screening van de schoollogopediste zwak of onvoldoende is
● Eigen observaties van de leerkracht (bijv. t.a.v. de werkhouding, spelontwikkeling en/of sociale ontwikkeling) geven vraagtekens
● Er zijn specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen
Gaat het kind wel door naar groep 2, dan wordt een specifieke ondersteuning afgesproken (zie bijv. uitval Pravoo en/of Cito-toetsen). Dit wordt vastgelegd in één of meer handelingsplan(nen).
Januari tot eind schooljaar in groep 2
In een gesprek met de ouders worden de zorgen m.b.t. de schoolloopbaan van het kind aangegeven. Er wordt zo concreet mogelijk uitgelegd hoe en waaraan we de komende periode gaan werken (handelingsplanning voor de gebieden met uitval). Tevens worden afspraken gemaakt over hoe men thuis de ontwikkeling van het kind kan stimuleren (spreektaal verder helpen ontwikkelen, zelfredzaamheid bevorderen, enz.).
Uiterlijk mei wordt een definitieve beslissing genomen over het vervolg van de schoolloopbaan van het kind.
Als het kind halverwege groep 2 op één van onderstaande punten achterblijft kan worden besloten tot een verlengde kleuterperiode.
● Cito-toetsen onvoldoende scoort (D of E)
● Bij de Pravoo peilpuntenlijst onvoldoende scoort
● Als eigen observaties van de leerkracht reden tot bezorgdheid geven
● Zwakke score bij de leervoorwaardentoets
● Als de beginnende geletterdheid onvoldoende is (vastgelegd in het Protocol Leesproblemen Dyslexie) en het fonemisch bewustzijn zwak is
● Evt. als extra screening van de (school) logopediste zwak of onvoldoende is
● Als verslagen van onderzoek door externen reden geven tot extra jaar groep 2.
Indien wordt geadviseerd het kind niet door te laten gaan naar groep 3, zullen wij ervoor waken dat de doorgaande lijn op alle gebieden gewaarborgd blijft. Indien ouders dit advies niet wensen over te nemen, volgt een gesprek met de directeur en IB-er. De beslissing van de directeur is bindend. Het gesprek wordt in een verslag vastgelegd dat ook door ouders wordt ondertekend. Bij deze verlengde kleuterperiode worden afspraken over de begeleiding van het kind gemaakt.
Kinderen die verder zijn in hun ontwikkeling dan hun leeftijdsgenoten (zie ook het protocol “versnellen”)
Versnelde overgang naar groep 2 of 3
Soms zijn kinderen op vrijwel alle gebieden verder dan hun leeftijdsgenoten (vaak blijkt dat al in groep 1). De leerkracht kan dan in overleg met de IB-er en de ouders beslissen dat de leerling met groep 2 mee gaat doen om beter aan te sluiten bij de doorgaande ontwikkeling. Dit komt soms voor.
Als het kind ook in groep 2 goed presteert, en de aangeboden stof aan kan, dan kan de leerling vervroegd naar groep 3.
Om deze beslissing te nemen laat het kind de volgende aspecten zien, die voor ieder kind gelden dat naar groep 3 gaat:
● De werkhouding: een kind moet langere tijd achter elkaar door kunnen blijven werken en gemotiveerd zijn om te werken. Ook moet het kind uit zichzelf regelmatig kiezen voor ontwikkelingsmaterialen en moeilijke spelactiviteiten uit groep 2.
● Sociale ontwikkeling: het kind speelt graag met de kinderen van groep 2, het voelt zich thuis bij deze leeftijdsgroep.
● Spelontwikkeling: er is sprake van gevorderd rollenspel.
● Taalontwikkeling: het kind spreekt in goed opgebouwde zinnen, heeft een rijke woordenschat, beheerst de leesvoorwaarden voor voorbereidend lezen
● Het kind moet emotioneel stabiel zijn en zelfvertrouwen hebben.
● Het kind bezit een goede fijne motoriek.
● Rekenontwikkeling: het kind kan goed tellen, meten en wegen en logisch kunnen nadenken op niveau van groep 2.
● Het kind moet goed van begrip zijn, een goede concentratie en een brede belangstelling hebben.
● Het kind moet zelf goed gemotiveerd zijn om naar groep 3 te gaan.
In het geval van vroegtijdig naar groep 3 gaan beslist de leerkracht samen met de IB-er. (Zij maken gebruik van de SIDI, dit is een signaleringsinstrument voor (hoog)begaafde kinderen voor groep 1 t/m 8).
Als het kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft en de leerkracht en de IB-er hebben desondanks besloten dat het beter is om in groep 2 te blijven, wordt het kind wel zoveel mogelijk op niveau begeleid, zodat zijn ontwikkelingslijn ononderbroken blijft.
Bovenstaande bevindingen worden terdege besproken in een gesprek tussen de leerkracht, de IB-er en de ouders. Als ouders beslissen voor een versnelling tegen het advies van de school in, dan ligt de verantwoordelijkheid bij de ouders.